Over Ons

Jeugdvereniging De Meulewiekers is meer dan vijftig jaar rijk aan geschiedenis. Gedurende de jaren heeft De Meulewiekers diverse locaties en doeleindes gehad, maar een ding is altijd hetzelfde gebleven: waar De Meulewiekers is, is er saamhorigheid en gezelligheid! Op deze pagina kun je vanalles lezen over onze geschiedenis. Daarnaast kun je tientallen foto’s terugkijken uit het grote fotoarchief met dank aan Ted Boots.

Oprichting

De Meulewiekers is opgericht in 1964 tijdens de overwinningsroes van een gewonnen voetbaltoernooi. De vereniging heeft vanuit de buurt in deze tijd veel steun gekregen, wat de vereniging in staat stelde steeds meer te groeien. Destijds was de Meulewiekers dus een voetbalvereniging. Echter werd er ook toen al veel meer georganiseerd dan alleen trainingen. Denk bijvoorbeeld aan een jaarlijkse sportdag, kienavonden, uitstapjes, filmavonden en nog veel meer. Toen al was de vereniging niet voor een gat te vangen. Gedurende deze tijd werd de vereniging vaker bestempeld als een ‘wilde’ vereniging, waardoor niet iedereen even gelukkig was met de oprichting van de vereniging.

De naam ‘De Meulewiekers’ heeft de vereniging al vanaf het begin. Het verhaal rondom de naam keuze gaat alsvolgt: Deze jongens voetbalden geregeld “wedstrijden” maar in deze wedstrijden werd er meer gewiekst dan gevoetbald.

Van Voetbalvereniging naar Jeugdvereniging

Doordat de Meulewiekers veel activiteiten organiseerde naast de voetbaltrainingen, die ondertussen een vaste plaats hadden verworven, werd er besloten in het begin van de jaren zeventig door te gaan als een ‘jeugdvereniging’ in plaats van een ‘voetbalvereniging’. Gedurende deze periode had de Meulewiekers een ander clubgebouw dan het huidige clubgebouw. Destijds was de Meulewiekers te vinden bij Sportcomplex Ut Heihuuske, gelegen bij Maria Auxilliatrix. In 1975 heette de Meulewiekers officieel: Stichting Jeugdvereniging De Meulewiekers ’64.

In 1976 is de vereniging verhuist naar het clubgebouw Wylrehof aan de Hulsterweg. Het gebouw, wat voorheen gebruikt werd door de gemeente als opslagplaats voor strooizout, werd eerst maandenlang flink verbouwd voordat het ingezet kon worden als clubgebouw. Ondertussen is het Wylrehof al ruim 45 jaar in gebruik als clubgebouw.

Gedurende de jaren tachtig/negentig verplaatste het voetballen zich steeds meer naar de achtergrond en ontstonden er steeds meer groepen die zich niet bonden aan een soort sport of activiteit, maar groepen die iedere week weer iets anders organiseerden. Dit is hoe de groepen heden ten dagen nog altijd te werk gaan.

Een andere ontwikkeling die we tot op de dag van vandaag nog altijd terugvinden bij de Meulewiekers, is de in 1981 opgerichtte peutercrèche. Nog altijd kunnen de peuters bij de Meulewiekers terecht, namelijk in de groep: Ratjetoe.

Paoskamp

Ieder jaar gaat de Meulewiekers op paoskamp. Hét hoogtepunt voor heel de vereniging. Geen verplichte brunch of bezoekjes, maar vier dagen rauzen in oude kleren! Kliederen onder het eten, een hiketocht lopen, maar bovenalles veel kattekwaad uithalen.

Het eerste paoskamp vond plaats in 1969 en ontwikkelden zich door de jaren heen tot het paoskamp zoals we dat nu kennen. Iedere ochtend heerlijk wakker worden, luisterend naar het nummer Vogeltje wat zing je vroeg, met aansluitend een gezellig gezamelijk ontbijt met alle groepen. Na het ontbijt vangen de activiteiten van die dag aan. Iedere groep heeft gedurende het weekend zijn eigen programma, welke zeer uiteenlopend zijn: van een bezoek aan een pretpark of speeltuin tot het bouwen van hutten, van een race met zelfgemaakte zeepkisten tot grote bosspellen, en zo nog veel en veel meer. In het programma zijn ook een aantal gezamelijk activiteiten ingebegrepen, zoals het traditionele eieren zoeken op de zondagochtend, of een kennismakingsspel bij aankomst op de kampplaats.

Op Paaszondag vind de hike altijd plaats, of beter bekend als de ‘Tocht der Tochten’. Gedurende de hike leer je de omgeving van de kampplaats kennen. Onderweg voer je opdrachten uit, geniet je van de lunch- en avondeten (dé chili con carne dag!) van de Keukenstaf, en richt je je tot t Anker als je bij een veel te brede beek uitgekomen bent.

Paoskampleed

Geschreven door Hans Christis in de beginjaren van het paoskamp, op de melodie van You’re sixteen van Ringo Starr.

’t is al weer Paose,
Dan gaon weej op kamp,
Met de ganse stoet van de Meule
Det is eine ramp,
Jao det is eine ramp. 

Versie 1

En alle gooje leiders
Die lette good op ôs
Die pakke ôs beej ôs hendje
En gaon ze mei met ôs
Ôs mam zaet taege ôs:
‘waorum got geej mei?’
Weej gaon met de Meule naor de hei!
Jalalalalalala, jalalalala
Lalalalalalala, lalala
Lalalala lalalala

Versie 2

En as we dan muuëg zien
Van ut wandele,
Dan douw zeej ôs in bed
Met ein kusje
En eine slaag in ôzze nek
Jalalalalalala, jalalalala
Lalalalalalala, lalala
Lalalala lalalala

Vastelaovend

De Meulewiekers is al heel vroeg begonnen met actief meedoen aan de Venlose Vastelaovend, namelijk 1965. Er werden grote feesten georganiseerd voor de buurt. In 1970 werd de eerste prins van de Meulewiekers uitgeroepen. Vanaf toen werd er ieder jaar een dreejspan uitgeroepen en trokken zij door de stad met het joekskepel Hölster Heinke. Het opmerkelijke aan het dreejspan van de Meulewiekers was dat ze altijd gekleed waren in het thema van het jaar, in plaats van in een prinsepak. Dit zorgden bij veel vastelaovendverenigingen voor enige verwarring, maar het werd er niet minder leuk om! De Vastelaovend bij de Meulewiekers was met 4 woorden te beschrijven: joeks, jen, chaos en remmiedemmie!

Höster Heinke Bend(e)

Het joekskepel is opgericht ter gelegenheid van de opening van het splinternieuwe clubgebouw de Wylrehof in 1977. Het joekskepel is vernoemd naar een Venlose Bandiet, want de naam mocht zeer zeker niet té braaf zijn. De naam Hölster Heinke Bend(e) verwijst dan ook naar Heinkes roversbende, die begin achtiende eeuw Venlo en omsteken onveilig maakt. Remmiedemmie is al tientallen jaren het handelsmerk: smeis waat hard, smeis waat vals, maar altiéd rech oét ’t hert.

’t Beste wies ’t lets bewaard

Het hoogtepunt van de Vastelaovend van de Meulewiekers vond plaats in 2009, toen de Meulewiekers in het kader van 44-jarig bestaan de Boérebroélof mocht organiseren. Dit was een mooie kans om de vereniging nog eens goed op de kaart te zetten, en de broélof uniek te maken. Zo kwam de Meulewiekers als eerste met een klein klein gezelschap, naast het klein gezelschap. Dus niet alleen een volwassen klein gezelschap, maar ook een klein klein gezelschap bestaande uit jeugdleden.

Met grote dank aan de vele vrijwilligers en leden die zich destijds ingezet hebben voor de Boérebroélof is het de Meulewiekers gelukt om een onvergetelijke Boérebroélof neer te zetten. Met als hoogtepunt de Vastelaovend dinsdag 24 februari 2009 met de kôffietuiterie, ’t krense, de optoch en de trouwerie op ut bordes van ut stadhoés. Of, zoals het boérebroélofsleed het beschrijft: ’t is de saus op de moos, de slaagraum op de taart, ’t is ’t beste wies ’t lets bewaard.

Plankenkoortsfestival

En toen was er in 1992 het Plankenkoortsfestival… Initiatiefnemers Paul Titulaer en Marc van de Ven kwamen met een eenvoudig concept: iedereen die wil kan een liedje uit de rijke pophistorie zingen, begeleid door een live-band. Op het einde van de avond kiest het publiek een top-3, die het nummer nog een keer mogen zingen. Wat begon als een festivalletje op een klein podium verlicht met acht theaterspots (1992), is uitgegroeid tot een veel groter evenement met een artiestencafé, kleedkamer, professionele camera’s, groter podium met een waanzinnige hoeveelheid verlichting. Daarnaast is het evenement ondertussen uitgegroeid tot een tweedaags event, waar op de vrijdagavond de planken vrij gemaakt worden voor de jeugd en de zaterdag gericht is op de volwassenen. Natuurlijk draait het tijdens het evenement zelf alleen maar om de artiesten. Hun acts werden door de jaren geen alleen maar uitbundiger, wat voor de nodige chaos, maar boven alles hilariteit zorgt!

Texfree

Het Texfree begon in 1997 als een feest, dat werd gehouden in de loods van autoverhuurbedrijf Texcar. Door groot succes, keerde het feest jaarlijks terug in de loods tot het gratis festival in 2001 verhuisde naar het buitenterrein van de Meulewiekers. Door de jaren heen groeide het festival steeds meer, zo werd het festival in 2003 tweedaags: zaterdag én zondag. Helaas bleef succes op de zondag uit door enorme hitte, wat ertoe leidde dat het jaar erna gekozen werd voor de uitbreiding richting de vrijdagavond, oftewel de bluesavond, in plaats van de zondag. Helaas werd het festival weer geveld door het weer, want op zaterdag kleurde de hemel gitzwart.

In 2005 was men genoodzaakt de koppen eens serieus bij elkaar te steken met het vraagstuk: Hoe nu verder? Men koos ervoor het festival uit te breidden door een tweede podium toe te voegen, en wel binnen in het clubgebouw van de Meulewiekers. Dit bleek een goude zet!

In 2010 veranderde het een en ander organisatorisch, en kreeg het festival een nieuw imago. Er werd meer aandacht besteed aan de aankleding, de nootjes kwamen op tafel te staan, en het festival werd uitgebreid naar drie dagen. De zondag werd erbij getrokken, en richtte zich op de smartlappen. Het festival ontwikkelde zich de jaren erna verder door en oogde vooral op het verjongen en verbeteren van de kwaliteit. Maar wat bleef was de sfeer, gezelligheid, prachtige decor en de muziek! En natuurlijk de nootjes… Helaas vind het festival ondertussen al een aantal jaar niet meer plaats door uiteenlopende redenen.

Sir Biggles-trofee

Sir Biggles. De kiep. Roestigen draodnagel! Jan Driessen had vele bijnamen. Hij was een markant figuur. Zijn bijnaam de kiep dankte hij aan een goochelaar die hem op de lagere school een ei uit zijn broek toverde. Zelf werd hij liever Sir Biggles genoemd, een avontuurenromanfiguur à la James Bond. Al op jonge leeftijd moest Jan, met knapzak op de rug, in de staatsmijnen werken. Het leverde hem een schat aan verhalen op. Later beheerde hij het magazijn Geurts-Janssen. Jan organiseerde een wielronde door Venlo-Zuid, was oprichter van het buurtelftal De Rode Duivels en jeugdleider bij Quick Boys. Veel mensen vonden hem een beetje raar. Bij de Meulewiekers kwam hij als leider bij het 4e terecht. Daar voelde hij zich als een vis in het water; zijn ‘anders’ zijn werd bij de Meulewiekers geaccepteerd en op waarde geschat.

Jan raakte al snel bij elk activiteit betrokken. Hij kon er creatieve talenten tentoonspreiden, zo schilderde en tekende hij prachtig – zonder enige scholing. Maar echt beroemd binnen de Meule werd Jan door zijn stunts. Hij sprong niet alleen in beken en meren en kon kraaien als een haan, als volleerde karateka sloeg hij ook houten planken doormidden en hij dronk bier uit zijn schoen. Helaas werd hij al op 35-jarige leeftijd door kanker geveld. Ter nagedachtenis ontwierp kunstenaar Charles Dumernit een prachtig bronzen beeld van een balancerende man met een haan in de arm en een ei op zijn hoofd. De jaren erna werd het beeld als prijs gegeven aan groepen die uitblinkten bij activiteiten op paaskamp.